A la bonne place

L’enfant doit construire un train en organisant les wagons et les animaux transportés en fonction des indices donnés sur les fiches. Une fois le train complété, il retourne la fiche pour s’autocorriger. Les 12 défis, numérotés par ordre de difficulté croissante, permettent un apprentissage progressif.

Compétences développées :

• Développer le sens de l’observation et l’esprit logique.
• Se repérer dans l’espace.
• Décoder des consignes et analyser des indices.

La boîte contient :

• 12 fiches d’activités recto verso, soit 12 défis (21 x 15 cm).
• 6 pièces magnétiques en bois de couleurs différentes : 1 locomotive et 5 wagons.
• 5 animaux en bois : grenouille, raton laveur, écureuil, hibou, renard.
• 1 livret pédagogique.

Het kind bouwt een trein door de wagons en de dieren te organiseren aan de hand van de aanwijzingen op de kaarten. Na het voltooien van de trein draait het kind de kaart om voor zelfcorrectie. De 12 opdrachten worden in oplopende moeilijkheidsgraad genummerd voor een stapsgewijze vooruitgang.

Ontwikkelde vaardigheden :

• Ontwikkelen van observatievaardigheden en logisch denken.
• Zich oriënteren in de ruimte.
• Instructies begrijpen en aanwijzingen analyseren.

Inhoud van de doos :

• 12 activiteitenkaarten recto verso, ofwel 12 uitdagingen (21 x 15 cm).
• 6 magnetische houten stukken in verschillende kleuren : 1 locomotief en 5 wagons.
• 5 houten dieren : kikker, wasbeer, eekhoorn, uil, vos.
• 1 pedagogische handleiding.